Suiker

Bij het oogsten van suikerriet ondervindt de rooimachine een hoge mate van slijtage door contact met de suikerrietstengels, maar ook door extern vuil, zand en stenen van het veld. Rooimachines bezitten meerdere onderdelen die aan deze slijtage onderhevig zijn: gewasverdelers, aanvoerrollen, grondfrezen en hakwalsen. De levensduur van de onderdelen van de rooimachine die de grootste slijtage ondervinden, kan aanzienlijk worden verlengd door middel van harden met de EnDOtec 6710 XHD-elektrode of het TeroMatec OA 4603 zelf-afgeschermde draad. De levensduur kan tot 3 keer worden verlengd in vergelijking met de levensduur van de originele onderdelen van de apparatuur.

De afgesneden delen van de suikerrietstengels die door de oogstmachines worden verzameld, moeten worden gebroken om het binnenste materiaal bloot te leggen voorafgaand aan de sapextractie in de suikerrietfabrieken. Deze voorbereidingsfase is een van de meest cruciale stappen bij de verwerking van suikerriet omdat het de efficiëntie van de sapextractie tijdens het malen sterk beïnvloedt. Dit wordt bereikt met behulp van hakkers en versnipperaars (vezelversterkers). Dit type apparatuur maakt gebruik van messen en/of hamers om het suikerrietmateriaal af te breken. Het externe vuil en stenen dragen bij aan de slijtage van de messen en hamers tijdens deze verwerkingsfase. Indien zand het materiaal is dat het meest frequent bij het suikerriet wordt aangetroffen, kunnen deze onderdelen worden gehard met elektroden EnDOtec 6710 XHD of EnDOtec 4004N of de TeroMatec OA 4603 open boogdraad. Indien stenen het materiaal zijn dat het meest frequent bij het suikerriet wordt aangetroffen, kan het meer stootvaste TeroMatec OA 4923 draad worden gebruikt om deze onderdelen te doen verharden.

Het sap wordt uit het geraspte suikerriet geëxtraheerd door het product in een suikerrietmolen te vermalen. Een typische molen bestaat uit drie gietijzeren breekwalsen die samenwerken (bovenwals, aanvoerwals en afvoerwals). Meestal wordt een serie van deze molens achtereenvolgens gebruikt (een molentrein genoemd) om de extractie-efficiëntie te maximaliseren. De brekerwalsen zijn gefabriceerd met een gegroefd profiel (tanden) over de gehele lengte van de wals. Het oppervlak van de groeven/tanden is gehard tot een uniek profiel om een “grijpende” werking te bieden die de efficiëntie van de sapextractie aanzienlijk verbetert. Op de punt van de tanden worden intermitterende lasafzettingen gemaakt om een “haakachtige” functie te creëren die helpt bij het grijpen van de versnipperde suikerriet. Daarnaast worden andere elektroden of draden gebruikt om ervoor te zorgen dat de zijkanten van de tanden een ruwe textuur hebben om te helpen bij het “grijpen” van het versnipperde suikerriet. De volgende producten worden specifiek op de breekwalstanden gebruikt:

• EutecTrode 4040 of TeroMatec OA 4617
• EutecTrode 27 of EnDOtec DO*21
• AbraTec 6710 XHD / EutecTrode 4004N of TeroMatec OA 4633
• SugarTec GG / SugarMill 1000 of SugarTec TUB

De afvalplaat is een essentieel onderdeel van de conventionele driewalssuikerrietfabriek. Hij wordt in het midden van de drie breekwalsen gepositioneerd en is aangepast aan de specifieke bedrijfsomstandigheden van elke molen. De afvalplaat moet ook gehard worden vanwege de continue slijtage door rietvezels en externe zanddeeltjes. Een typische hardfacing-methode is het aanbrengen van EnDOtec 6710 XHD op de bovenkant van de afvalplaat en het sprayen en versmelten van Eutalloy 10009 op de zijkanten van de tanden van de afvalplaat. Voor meer extreme slijtageomstandigheden kan soldeerstaaf ElastoDur 7888T of spray & smeltpoeder Eutalloy PE 8913 op het bovenste gedeelte van de tanden worden aangebracht.